zaterdag 31 augustus 2013

Onze voeding in distributietijd 2

Vandaag een stukje uit het boekje "Onze voeding in Distributietijd". Dit stukje gaat over de rantsoenering van boter en hoe het beste hiermee om te gaan. Er komen bijzonder originele broodbeleggingen naar voren. Ook maakt het nog maar eens heel duidelijk hoe goed wij het eigenlijk hebben in verhouding tot de mensen die in de oorlogstijd leefden.



Maak meer van de boter

Het rantsoen boter waarmee wij zijn begonnen bedraagt 250 gram per persoon en per week. 
Ander vet, behalve rauw vet op de vleeschbonnen, hebben we niet kunnen koopen, tenzij we in het bezit zijn van vetbonnen. De vrije verkoop van olie is stopgezet, zoodat iedere huisvrouw, die toevallig net aan het einde van haar kleinen huishoudelijken voorraad was, stond voor de opgave heel heel zuinig te moeten zijn. 250 gram boter per hoofd en per week (jonge kinderen krijgen minder) beteekent dat ieder 36 1/2 gram per dag mag opmaken op de boterham en in het middageten. 
Voor gezinnen waar veel boterhammen worden gegeten is het een moeilijke opgave om daarmee rond te komen. Er zal dus moeten worden omgezien naar hulpmiddelen.
Een kleine berekening, aan de practijk getoetst, gaf als uitkomst dat het verstandig is de beschibare boter maar direct te verdelen en:
1/4 deel van het gezinsrantsoen, bestemd voor de boterham, in botervlootjes te doen;
2/5 van wat overblijft te bestemmen voor groente;
3/5 of de rest te besteden voor de bereiding van vleesch, soepen, sauzen en - als men zuinig is geweest- voor een enkel nagerecht.

Het voor de boterham bestemde deel zal - wil het lang genoeg duren - door de huisvrouw zelf uitgesmeerd moeten worden. Een maatregel , die in heel wat zuinig levende gezinnen regel was, zal nu vrijwel overal moeten worden toegepast. Daarbij zal de huisvrouw ook een aantal boterhammen droog moeten geven en de boter willen vervangen door iets anders.

Als boterhambelegging waarbij geen boter nodig is, kunnen dienst doen: jams en geleien, stroop, appelstroop, * chocoladesmeersel, *caramelsmeersel, * hangop, * kwark, *stroopvet, *smeerbare kaas, * alle pikante "boters", vochtige vruchten (tomaten aardbeien), geraspte appels, plakjes appel en peer, meloen, radijs, komkommer, pimento, ramenas, sterkers, fijngesneden of gemalen groenten (alles door elkaar of ieder afzonderlijk), *notenkaas, smeerbaar vruchtenbrood, *smeerworst, *leverpastei, *spek en lamsreuzel, *kaantjes en ten slotte restjes vruchtenmoes, dik gebonden vruchtensap e.d.

In enkele van deze belegsels, die in de opsomming met een * zijn geteekend, is een vrij behoorlijke hoeveelheid vet aanwezig, al kan ze niet worden vergeleken met boter. Zij zijn echter tamelijk schaars geworden. 
Men kan ze dus eens afwisselend met de vetarme belegsels geven en zoo de huisgenoten toch voldoende geven. Een verzameling recepten voor deze broodbelegsels volgt aan het einde van dit hoofdstukje.
Er staat ons nog een andere oplossing ten dienste om ons boterrantsoen verder te doen strekken dan anders. Maak in letterlijken zin meer van de boter door ze te vermengen met melk of water en zout. Daarmee houd men zich zelf en de huisgenooten voor den mal, want meer vet geeft een dergelijke kunstbewerking niet. De hoeveelheid smeerbaar vet word echter wel grooter en voor hen die liever twee met boter besmeerde boterhammen hebben, in plaats van een met boter en een met bovengenoemde belegsels, is deze "aangelengde boter" (zie het recept) wel bruikbaar.
Deze boter kan met allerlei toevoegsels tot zoete boter worden gemaakt, zoodat het smeersel boter en belegging tegelijk vormt. Ze kan echter maar heel kort worden bewaard. Liefhebbers van roggebrood of bruin brood moeten eens proberen om een heel dun plakje witbrood, bevochtigd met groentenat, wat bouillon of een dergelijke pittige vloeistof te persen tusschen 2 sneetjes roggebrood of bruinbrood. Dit dunne vochtige laagje maakt den indruk van een vettig smeersel.

Op roggebrood smaakt ook fijngewreven gekookte aardappel gemengd met wat peper en zout en eenige droppels azijn. Ter bevochtiging is versch groentesap of tomatensap zeer aan te raden.

Een sardinesmeersel waarbij de olie van de sardines, natuurlijk ook moet woeden gebruikt kan eveneens zeeg goede diensten doen. Hiervoor zouden echter sardines van een vroeger opgedane voorraad moeten dienen, de nieuwe aankoopen, voor zoover nog te krijgen, zijn menigeen voor dat doel te duur.

Bijzonder aanbevolen is als belegsel op de boterham voor kinderen, zoo wel als voor volwassenen, rauwe groenten zeer fijn gemalen of gesneden en vooral zoo vlug en zoo kort mogelijk voor den maaltijd bereid.
Deze belegging verzekert den gebruiker een voedsel dat rijk is aan vitaminen en aan zouten, waaraan het lichaam groote behoefte heeft.
Men kan - om boter bij de broodmaaltijden te sparen - natuurlijk ook het brood vervangen door een ander gerecht. Het mes snijdt dan aan twee kanten, want in gezinnen,  die niet voldoende brood op de broodkaart kunnen koopen kan dit tevens een broodaanvulling beteekenen, als deze gerechten tenminste niet met boter worden bereid.

Tot deze categorie boterspaarders behoorden de pappen, b.v. fabrieksmatig bereide gort-, rijst-, en havermoutpap, de broodpap, beschuit met heete melk en suiker, de diverse " vlokken" met heete melk, de hangop, de dikke melk, de dikke aardappelsoep enz.

19 opmerkingen:

  1. Leuk om te lezen!! Nu ben ik erg benieuwd naar de recepten...WMT

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik ben van 1946 en in mijn vroege jeugs aten we bij elke broodmaaltijd nog "een boterham met tevredenheid". Alleen margarine.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Die ken ik ook nog maar dan op een andere manier. Een dubbele boterham met enkel beleg. Dat klonk wat minder knieperig en het effect was hetzelfde. Ik ben van 1963. Mijn ouders waren kleine zelfstandigen en hebben de welvaartsgolf van de jaren 60 gemist. Verstelde kleding, gestopte sokken, opgewarmde prakjes en wollen borstrokken aan, want verwarming was duur. Eten wat de pot schaft, en naar de tandarts ben ik pas geweest na mijn 18e, want dat vonden mijn ouders geldverspilling.

      Verwijderen
    2. De 'boterham met tevredenheid' heb ik wel eens van gehoord. " dubbele boterham met enkel beleg ken ik niet, maar klinkt ook creatief.
      Wat ik zo apart vind is dat deze periode slechts 50 jaar geleden is, en hoeveel wij er al op vooruit zijn gegaan in die 50 jaar.
      Wat dat betreft hebben wij nu echt niks te klagen!

      Verwijderen
  3. Wat 'leuk' om te lezen, al was het destijds niet leuk natuurlijk om zo spaarzaam te moeten zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik vind het ook heel leuk en interessant om te lezen. Ik denk dat het juist goed is om hierover te lezen en van te leren. Daarnaast is het ook goed om erbij stil te staan hoe goed wij het eigenlijk hebben.

      Verwijderen
  4. Jeetje, wat een heftige tijd moet dat zijn geweest voor veel mensen... Ik begrijp opeens beter waarom mijn oma altijd zo spaarzaam is (soms komt het gierig over!). Wat hebben we het dan goed tegenwoordig eigenlijk he?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ja he, helemaal met je eens.
      Je ziet dat het nu vooral nog de oudere mensen zijn die zo spaarzaam met dingen om gaan, zij hebben nog veel respect voor de overvloed. Van die zienswijze kunnen wij nog wat leren!

      Verwijderen
  5. T is wat geweest , tjonge, en naarmate de oorlog vorderde werden de rantsoenen kleiner. K ben altijd dankbaar voor de tijd waarin ik leef. Zouden we het nu aan kunnen ....terug naar bijna niets ?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. De rantsoenen werde kleiner, en sommige dingen waren helemaal niet meer beschikbaar. Ik weet niet of we het zouden kunnen, als het moet dan moet het natuurlijk. Maar ik ben dankbaar voor de tijden van overvloed waarin wij leven.

      Verwijderen
  6. Leuk stukjes. Wat ik me wel afvraag is of al het andere wat wordt opgenoemd wel goed beschikbaar was zoals leverworst en melk voor pappen.

    Zelf gebruik in nooit boter op brood, ik vind de extra smaak niet lekker, wel brood met boter maar niet en en.


    Nog een opmerking: ik vind je lettertype en kleur zo slecht leesbaar op een zwarte achtergrond, hebben andere daar ook last van?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik kan het wel lezen maar het is niet ideaal.

      Verwijderen
    2. @Lot
      In het voorwoord (heb ik al eerder een stukje over geschreven) word ook aangegeven dat zij niet kunnen voorkomen dat sommige dingen uiteindelijk helemaal niet meer beschikbaar zijn. Maar dat zij hun best doen om zo veel mogelijk alternatieven aan te dragen.

      Ik gebruik boter alleen als beleg anders van je brood af valt, dus bij suiker of hagelslag bijvoorbeeld. Bij ander beleg niet.

      Wat betreft de leesbaarheid, ik zal er eens naar kijken.

      Verwijderen
  7. Eigenlijk ben ik vooral verbaasd, want het lijkt mij zo veel: 250 gram per persoon per week ! En dat in 1944, toen de oorlog al 4 jaar bezig was. Dit zal ongetwijfeld te maken hebben met een andere manier van eten/koken van toen. Ik ben zelf van 1954 en ik ken natuurlijk het klontje boter door de boontjes of wortels, maar om 100 gram per persoon per week te gebruiken voor het bereiden van groente ?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Apart is dat he? Ik kan me ook niet voorstellen hoe je zoveel boter weg krijgt maar ik denk echt dat het ligt aan het tijdsverschil. Ze maakten ook veel jus, sausen worden normaal ook gemaakt op basis van boter, en het bekende klontje boter door de groente als je er over nadenkt zijn er verschillende toepassingen. En de mensen waren in die tijd gewend zoveel te gebruiken, en bovendien was het volgens de voedingsleer uit die tijd ook nodig om zoveel vet binnen te krijgen.

      Verwijderen
    2. Mensen hadden toen vast meer vet nodig. De huizen waren minder goed verwarmd en niet geïsoleerd en er was meer fysieke arbeid.

      Die boterham met tevredenheid werd in de jaren '80 nog bij een vriendin thuis gegeten. Mijn vriendin vond dat helemaal niks.
      Mijn man heeft nog wollen borstzakken gedragen. Manlief is van 1963 en kan het zich nog goed herinneren. Vooral de jeuk want hij kan niet goed tegen wol.

      Verwijderen
    3. Mijn vader heeft nog voedselbonnen liggen van de eerste Wereldoorlog. Toen is er in Nederland ook even sprake geweest van rantsoen. Hij kwam de bonnen tegen op een rommelmarkt en vond het zo bijzonder dat hij ze kocht.

      Verwijderen