Onze voeding in distributietijd 3

Vandaag weer een stukje uit het boekje 'Onze voeding in distributietijd'. Deze keer begin ik voorin bij hoofdstuk 1.

Demonstratie van een 'moderne' hooikist (bron)

Ons voedsel in distributietijd.

Dit wordt geen bijdrage op het gebied der voedingsleer, geen theoretische uiteenzetting van hoe men toe kan komen met gerantsoeneerde levensmiddelen, doch een verzameling praktische wenken.

Zij sluiten aan bij het eenvoudige kookboek, dat onder den titel "kook voordeelig" in ettelijke tienduizendtallen in ons land wordt gebruikt.

Niet als een volledig crisiskookboek dus, doch als een aanvulling op de eenvoudige recepten die in "kook voordeelig" zijn te vinden, moet dit boekje worden beschouwd.

In een tijd, zooals wij nu beleven, is het meer dan ooit noodzakelijk dat de huisvrouw zich goed rekenschap geeft van de goede eigenschappen van het voedsel dat haar ter beschikking staat. Van die goede eigenschappen moet zoo goed mogelijk worden geprofiteerd en bovendien moet het beschikbare voedsel volledig worden gebruikt.

Er mag niets verloren gaan door onoordeelkundig of door slordig gebruik.

Het is dus meer dan te voren noodig dat:
1. van de beschikbare levensmiddelen niet meer wordt bereid dan noodzakelijk is.
2. door de bereiding geen waardevolle bestanddeelen verloren gaan.
3. onverhoopt toch overgebleven resten nuttig en goed worden gebruikt.
4. meer dan tot heden toe het geval was, gebruik wordt gemaakt van deelen van levensmiddelen, die men gewend was als afval te verwijderen, m.a.w. dat men de uiterste zuinigheid betracht, zoowel bij het schoonmaken als bij het bereiden van de spijzen.
5. men de grootst mogelijke zuinigheid met brandstof in acht neemt, zonder daardoor het voedsel te schaden.

Natuurlijk zal men in sommige gevallen een compromis met zich zelf moeten sluiten: de praktijk van het leven brengt wel eens mee dat men zondigt tegen een der juist verworven begrippen van wat een goede voeding eischt. Men zal dan wat het zwaarst weegt ook het zwaarste moet laten wegen. Als er een half uur gas beschikbaar is om den maaltijd te bereiden en een of meer gezinsleden komen pas over een uur thuis van hun werk, dan moet men hun eten warm houden, hoe slecht dat ook voor het voedsel is.
De hooikist, het koksmaatje, het spaarvarken, de pannewarmer of hoes zullen dan toch goede diensten kunnen bewijzen, ook al kunnen zij zich niet verheugen in de volledige goedkeuring van de experts op het gebied der voedingsleer.
Bij gebrek aan brandstof is de hooikist en aanverwanten beter dan niets en daarom behoort ook in dit boekje een klein hoofdstuk daaraan gewijd. Daarin kan tevens worden aangegeven op welke wijze de gouden, die kleven aan dit systeem, kunnen worden geneutraliseerd.
Bijzondere zuinigheid in verband met de ons opgelegde bijzondere maatregelen;
Het gebruik van levensmiddelen en conserven, die anders weinig of niet worden gebruikt;
Surrogaten en hun gebruik;
Dat zijn de onderwerpen die in dit boekje zijn beschreven.